220px-paris_-_salon_du_livre_2013_-_jacques_tardi_-_004 foto-15

‘Kuifje heeft me altijd verveeld’ (door Wouter Hillaert, De Standaard 7 januari 2017)

Jacques Tardi, de éminence grise van de Franse strip, is zeventig geworden. Maar aan zijn lauweren denkt hij nog lang niet. ‘Mijn woede en verontwaardiging blijven intact.’ Vanavond gaat in Turnhout een theaterbewerking van zijn doorbraakstrip Het besloten land in première.

In menige huiskamer staan ze gestald: de stripboeken waarin Tardi de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog en de gevangenkampen van de Tweede Wereldoorlog bijna voelbaar maakt. Je voelt de kou en de uitputting uit zijn tekeningen stijgen. Soldaten met doodskoppen, wezenloze prikkeldraad, striemende regen: steevast trilt in zijn klare lijn de horreur mee. Tardi’s meesterwerken Loopgravenoorlog (1993) en Moi, René Tardi (2012) zijn bij de weinige literaire stripboeken die in vele talen vlot over de toonbank gingen.

Ook op de tweede dag van 2017, omringd door kasten vol strips in het salon van uitgeverij Casterman in Parijs, drijven Tardi’s gedachten steeds weer af naar de oorlogen. ‘Dat grote Europese trauma vormt de rode draad door mijn werk. Het verhaal van mijn grootvader uit de loopgraven liep gewoon over in dat van mijn vader in de Tweede Wereldoorlog, die zes jaar in een gevangenkamp zat.’

Zelf werd Tardi geboren in 1946, hij groeide op tussen de sporen. Honderduit vertelt hij over zijn jeugd bij het Duitse Koblenz in de jaren vijftig, waar zijn vader als beroepssoldaat lag ingekwartierd als deel van de Franse bezettingsmacht. Daar zal ook zijn komende strip over gaan: deel drie van de trilogie Moi, René Tardi, gepland voor 2018.

Als hij erover vertelt, zie je zo de plaatjes geschilderd worden. ‘Als achtjarigen drongen we kelders binnen, wat absoluut verboden was. Een vriendje van mij verloor een arm door een oude granaat die plots ontplofte. Ik herinner me ook een circustent op een ruïne, met de legendarisch clown Grock en zijn miniviooltje. Dat zijn fantastische beelden, à la Fellini: straten met tramsporen die omhoog gebogen waren, een parade van jeeps van de militaire politie. Die hele ambiance van de naoorlogse periode, die moet verteld worden!’

Landmeter

Deze dagen reist Tardi terug naar Duitsland, om voor het eerst in al die jaren zijn eigen jeugd opnieuw te bezoeken. ‘Een vriend van mij heeft in Bad Ems het appartement teruggevonden waar we inwoonden bij een Duitse familie, dat wil ik zien! Ik ben als een landmeter, ik moet ter plaatse gaan kijken. Waar stond die apotheek, wat blijft er over van dat brugje?’

Tardi moet er zelf om lachen. ‘Historici zien me niet heel graag, ik kom wat te veel op hun terrein. Zij vinden strip een minderwaardig medium, maar na het eerste deel van Moi, René Tardi kreeg ik wel zakken vol brieven van mensen die me vertelden dat hun vader of grootvader hen precies dezelfde anekdotes had verteld, maar dat ze er nooit een beeld bij hadden gekregen. Dat is het enige wat ik te bieden heb: het beeld bij al die verhalen over vroeger. Ik kan meer mensen raken dan historici.’

Zo krijgt Tardi wel eens het verwijt dat zijn werk iets nostalgisch heeft. Ook zijn intussen negendelige reeks Isabelle Avondrood speelt zich af in het Parijs van honderd jaar geleden. Waarom als geëngageerd stripauteur niet het leed van vandaag tekenen?

‘We hebben die afstand nog niet’, aldus Tardi. ‘En wat we nu allemaal meemaken, met IS en al die aanslagen, dat is toch gewoon een gevolg van de koloniale politiek die juist tijdens de Eerste Wereldoorlog is uitgetekend met het Sykes-Picot-verdrag? De Fransen en de Britten verdeelden het Midden-Oosten onder elkaar als stukken taart, door met de lat nieuwe grenzen te tekenen: jullie Libanon, wij Syrië, enzovoort. Het ging hen gewoon om olie, rijkdom, invloed. Decennialang hebben we daar van alles ontgonnen en gewonnen, en nu krijgen we dat in ons gezicht terug. Er is echt niet nieuws onder de zon, hoor, tenzij het soort explosieven waarmee je je buren uitmoordt. In Irak gebruikten ze zelfs nog mosterdgas.’

Vrijheidsgevoel

Dat Tardi’s werk actueel blijft, bewijst bij uitstek Het besloten land: zijn doorbraakstrip uit 1979 met Jean-Claude Forest. Hun absurde verhaal verbeeldt een geïsoleerd en versnipperd landgoed waarvan de bewoners hoge muren rond zichzelf hebben opgetrokken, terwijl de president in het Elysée op een zekere verkiezingsnederlaag afstevent. Bijna veertig jaar later levert Het besloten land zowat de perfecte kopie van Europa vandaag.

Net deze strip is nu door het Leuvense gezelschap Max Last bewerkt tot danstheater. Hun voorstelling Monsieur Même is vernoemd naar het titelpersonage uit de strip: een wat mistroostig figuur die boevnop de muren van het landgoed leeft, maar van zijn hoge isolement wordt bevrijd door zijn liefde voor de frivole Tania. Erotiek meets politiek meets symboliek: het markeerde in 1979 een kantelpunt in de stripgeschiedenis, naar wat we nu de graphic novel noemen.

‘Het verschil is alleen dat wij het stripboek nog in serie hebben getekend, voor het vermaarde stripblad Á Suivre’, roept Tardi in herinnering. ‘Zonder dat we al een idee hadden van het einde, was deel per deel rushen tegen de deadline. Nu stoppen we ermee, zei ik steeds Forest, maar die bleef maar met nieuwe hoofdstukken komen. Tegelijk voelde het ongelooflijk bevrijdend om te breken met de slechte Franse en Italiaanse comic strips uit mijn jeugd. Wij wilden mensen eindelijk even lang in een strip doen lezen als in een boek.’

Het was de Belgische striptraditie van Robbedoes en Kuifje die Tardi de middelmatigheid had doen inzien van de strips die hij kende. ‘Ze lazen veel vrijer, maar Kuifje zelf heeft me altijd verveeld. Ik vond zijn bijfiguren zoals Bianca Castofiore veel interessanter.’ Met superhelden heeft Tardi sowieso nooit veel gehad. ‘Ze zetten je meteen vast in een spoor, naar een einde dat je al kent. Ik ben er ook nog nooit één tegen het lijf gelopen. Geef mij maar antihelden als Monsieur Même. Het zijn de mislukkingen die het leven boeiend maken.’

Zijn eigen successen relativeert hij compleet. ‘In theater en cinema heb je steeds mensen rond je, maar stel je de tristesse voor van de striptekenaar die elke dag alleen voor zijn leeg wit blad zit, met enkel zijn potlood en zijn gom. Je moet vaak genoeg het gevoel krijgen dat het zin heeft wat je doet, maar dat lukt zeker niet elke dag. Strips tekenen is nu eenmaal een traag en eenzaam beroep. En wat betekent een reputatie dan? Die laat me volledig koud. Zolang mijn gevoel van protest en verontwaardiging maar intact blijft, die is me veel meer waard!’

 

Tardi in twee versies: KNT en KT

Al bijna twintig jaar loopt theatermaker Koen Monserez van het jonge gezelschap Max Last rond met het idee om het stripboek Het besloten land van Jacques Tardi te bewerken voor theater. ‘Vooral die muurtjes spraken me meteen aan. Dat is zo’n sterk beeld: niet alleen van een verdeeld land, maar ook van een man die volledig in zijn patroon vastzit. Het besloten land vertelt iets over lotsbestemming. We hebben de illusie dat we het leven zelf vormgeven, maar hoeveel wordt er niet bepaald door het nest waarin je geboren bent?’

Een strip op theater wordt het niet, verzekert Monserez. ‘Die beelden zijn er al, waarom zou je die dan nog eens willen nadoen? We hebben het boek van Tardi meer als inspiratiebron gebruikt om from scratch te gaan improviseren aan onze eigen verbeelding. Door onze keuze voor eenheid van plaats en tijd is de verhaallijn van de president vervangen door een soort hogere autoriteit op het landgoed zelf.’

Ook Tardi zelf lijkt zo’n vrije bewerking beter te vinden. ‘Ik heb ooit een theaterbewerking van Het besloten land gezien in Nancy, samen met Forest. Ze hadden de decors precies zo gemaakt als op de tekeningen, maar dan minder goed. Ik heb daar geen verpletterende herinnering aan overgehouden. Veel belangrijker voor een bewerking van mijn strips vind ik dat het publiek slimmer buitengaat dan het binnengekomen is.’

In Monsieur Même staat naast Monserez enkel nog de jonge danseres en choreografe Carli Gellings op scène. Zij speelt Tania, de rondborstige deerne die de fantasie van Monsieur Même op hol brengt. ‘Met dans kom je sneller tot een algemene sfeer van losse situaties, in plaats van één plot van a tot z. Wij gebruiken ook veel minder tekst dan de rijke volzinnen van Forest in de strip. We maken het abstracter, met wat meer focus op de liefde en op hoe die je van je demonen kan bevrijden.’

Bijzonder aan Monsieur Même is vooral dat er twee versies van gaan toeren: één voor volwassenen en één voor families. Het verschil? ‘De KNT-versie bevat niet zozeer meer seks, maar is vooral donkerder en pessimistischer van toon’, aldus Monserez. ‘Voor kinderen speel je meer op het optimisme van de wil: je wil ze nog goesting geven om de wereld aan te pakken. En dus is het einde anders, maar verder spelen we grotendeels dezelfde scènes.’

Monsieur Même gaat dit weekend in première in De Warande, en toert daarna tot 4 feb.

www.maxlast.be, www.warande.be

 

Wie is Jacques Tardi?

Striptekenaar Jacques Tardi (70) speelde een doorslaggevende rol bij de volwassenwording van de Franse strip. Op scenario van Jean-Claude Forest tekende hij zijn doorbraakstrip Het besloten land, die voorgepubliceerd werd op de pagina’s van het legendarische stripblad Á Suivre. Voor hetzelfde blad tekende hij de ondertussen verfilmde avonturen van Isabelle Avondrood, gesitueerd bij het begin van de twintigste eeuw.

Daarnaast maakte hij beklijvende stripromans over de Eerste Wereldoorlog (onder meer het bejubelde Loopgravenoorlog), en over de lotgevallen van zijn eigen vader tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij illustreerde en verstripte romans van verschillende Franse schrijvers, en ontwikkelde in zijn werk een heel eigen, zowel nostalgische als wat mistroostige en grimmige blik op de wereld. De laatste aanval, zijn laatste strip over de eerste wereldoorlog, verscheen in december bij uitgeverij Casterman, met een soundrack van zijn vrouw, de chansonnière Dominique Grange. (tho)